Opgejaagd!
Het doet pijn aan m’n ogen, je hebt me bedrogen, voorgelogen. Zo erg, dat ze vollopen. De woorden die je naar me gooit, zorgen ervoor dat m’n oren gaan storen, je raakt verloren. Die hersenspinsels blijven me doorboren, je bent uitverkoren, mij het meest dierbaar. Als verliezer uit de strijd, die jij bent aangegaan, wat doe je me aan. Hoe zit dat met ons bestaan. Ons kende ons, maar lijkt gebroken, verslagen en komt nu met vragen. Hoe moet het verder? Je komt me opnieuw belagen en lijkt alles te verjagen. Ik probeer de boel te vertragen, maar keer je de rug toe en bewandel nieuwe paden.
Tussen wal en schip, de naam is Flip.