Uitsmijter 048

 

Ik zie je staan. Niet naast me, zeker ver van mij vandaan. Maar ik zie, ja, ik zie je weer gaan. Wat heb je nu gedaan.

M’n hart ging tekeer bij dat moment, toen de tijd stil bleek te staan. Je keek me aan. En wel enkele seconden bleef je daar, kwam je dichterbij en ik zei niets. Ik stond verstijfd.

Je bent een verschijning, wie ik bij me draag. Waar ik ook ga, ik kom je tegen. En moet je mij nu zien staan, zo verlegen. Wat heb je nu gedaan.

Ik wil meer van je weten, een avondmaal met je delen. Ik wil je welkom heten in mijn leven, waarom houd ik mezelf telkens tegen. Ben ik werkelijk zo verlegen.

Je brengt me in verwarring. Ik kom je graag opnieuw tegen en dan mag je m’n hele leven ontwrichten. Laat hem maar ontsporen, af van dat patroon wat mij m’n zoveelste ronde laat rijden in die emotionele achtbaan.

Laat mij ontsporen en leer me kennen. En het is misschien, voor mij, even wennen. Maar ik zal je bekennen. Ik ga een gesprek met je beginnen en zal blijven staan.

Wat heb je nu gedaan. Kom op, Casper, laat haar toe en doe er eens iets aan.

 

Plaats een reactie