Uitsmijter 056

…’Je hebt je leven zelf in de hand’ zegt hij tegen me. Gevolgd door de tweede dooddoener ‘geluk is een keuze’. Ik blijf stil, misschien is dat maar beter ook, misschien moet hij mijn voorbeeld nemen in plaats van Facebook posts uit te kotsen. Ik zie hem weer aanstalten maken de door mij gecreëerde (on)gemakkelijke stilte te verbreken. ‘Je kan me wel aan zitten gapen maar het komt je niet aanwaaien Alex, je blijft op deze manier in dezelfde patronen cirkelen en ik blijf tegen een constante muur aanlopen!’. Aah mijn Berlijnse muur, het is alsof ik mijn vrouw hoor praten, maar bij Helene heb ik er tenminste seks voor terug. Trouwens, dat laatste klopt niet, maar hem moet ik betalen en Helene… achja laat ook maar, ik dwaal af. Het liefst was ik nu opgestaan en had hem vol met een hardstalen koffielepeltje door zijn linker oogbal heen geragd. Helaas drink ik mijn koffie zwart. Misschien is die laatste gedachte wel een bevestiging waarom ik hier zit. ‘Je bent een psychopaat Alex!’ had Helene vorige week nog naar me geschreeuwd nadat ik me met de stofzuigerstang uit had geleefd op de Caviakooi van Samantha. Het was de volgende ochtend geen prettig ontbijt, Samantha heeft tot nu geen woord tegen met gezegd. Frederik (de Cavia in kwestie) had mijn aanval niet overleefd evenals de net nieuwe stofzuiger. Mijn terugblik op verleden week werd verstoord door een irritant aandachtsvragend kuchje. Blijkbaar wilde Dr. Fransen mijn aandacht weer terug. ‘We zitten hier voor jou hè Alex’. Er knapte iets vanbinnen, dat heerlijke euforische gevoel alsof je een broodrooster aanzet in bad, de vonken beginnen in één tel in het rond te spatten, kortsluiting. Je kan er tegen vechten, maar je kan het net zo goed naar buiten richten. Het pure genot van mijn enige vriend: destructie. Ongecontroleerde impuls-gestuurde destructie.

‘We?!’ schreeuwde ik terwijl ik hem aanvloog. Dr. Fransen faalde in zijn poging om uit de stoel te springen en maakte een ferme landing op het laminaat. In een oogwenk zat ik boven op hem. Ik voelde zijn hartslag terwijl ik zijn hoofd beet had, tevens kermde hij een beetje, het kwam er niet echt overtuigd uit. Hij klonk meer als een soort verstandelijk gehandicapte zeehond die tussen de schroef van een vrachtschip was beland. Ik sleurde hem aan zijn haren mee naar zijn bureau waar ik hem met zijn hoofd meermaals op de op het bureau sloeg waar nog onafgemaakte rekeningen lagen. ‘Jij zit hier godverdomme alleen om deze uit te schrijven!…

Een klein fragment van Alex

Plaats een reactie