Uitsmijter 108

Ik wil je zien

en je herkennen,

als ik je

tegen de wind in,

zie rennen.

 

Je komt me tegen

en wil verkennen,

als je me

tegen alle verwachtingen in,

jouw kant op,

zie rennen.

 

Ik wil mezelf afremmen

en het bekijken,

als ik je

aan een banger hart,

zie bezwijken.

 

Je komt me tegemoet

en staat met open armen,

als je me

met een kloppend hart vraagt,

je op te warmen.

Plaats een reactie