Ik wil je zien
en je herkennen,
als ik je
tegen de wind in,
zie rennen.
Je komt me tegen
en wil verkennen,
als je me
tegen alle verwachtingen in,
jouw kant op,
zie rennen.
Ik wil mezelf afremmen
en het bekijken,
als ik je
aan een banger hart,
zie bezwijken.
Je komt me tegemoet
en staat met open armen,
als je me
met een kloppend hart vraagt,
je op te warmen.