Laat er een klein land zijn zonder veel mensen. Laat ze het gereedschap hebben om het werk te doen van tien of honderd, en het nooit gebruiken.
Laat ze bedacht zijn op de dood en niet geneigd tot lange reizen.
Ze zouden schepen en wagens hebben, maar nergens om heen te gaan.
Ze zouden wapenrusting en wapens hebben, maar geen parades.
In plaats van schrijven, zouden ze terugkeren naar het gebruik van geknoopte koorden.
Ze zouden genieten van eten, plezier hebben in kleren. Gelukkig zijn met hun huizen, toegewijd aan hun gebruiken.
Het volgende kleine land zou zo dichtbij kunnen zijn dat de mensen het kraaien van de haan en blaffende honden daar kunnen horen, maar ze zouden oud worden en sterven zonder er ooit te zijn geweest.