Van open wonden, naar littekens. Littekens die nooit vervagen, getekend op je lichaam, die je met je mee zult dragen. Tekens die verhalen uit een oude stoffige doos doen ontwaken. Dat is hoe we gebeurtenissen bewaren als herinneringen op zout water. Ze blijven in tact, onbeschadigd. Komt ooit het moment dat we over ons spiegelbeeld nimmer noch klagen.
Littekens zijn er, het verleden was. Het momentum is er, we heffen een glas. Laten we proosten op deze dag, proosten op een stralende lach.
Al draag ik littekens, die symbool staan voor levensverhalen. Aanvaard ik mijn spiegelbeeld en drijf ik op zout water. Op open zee laat ik me voeren met krachten van de natuur, waar ik met energie word omringd en gedragen. Gedragen naar velden van ultiem genot. Onbekend terrein voor velen, maar ik heb m’n spot.
Sta ik aan de top van m’n eigen piramide. Kijk ik naar beneden, waar ik mezelf had vastgeketend aan de zwaarste steen. Weet ik nu, daar ga ik never nooit meer heen. En dat zeg ik, terwijl de zon verscheen. Donkere wolken vervagen, zwartgallige gedachten kunnen me niet meer uitdagen. En tot slot mag ik melden, ik hoef niet meer te vertragen. Ik mag me laten gaan en m’n dromen najagen.