Uitsmijter 132


Ik wilde met je kruipen door het hoge gras. Me laten vallen als een plank in een veld van kleurrijke bloemen. 

Ik wilde me met jou verzoenen. Me volledig overgeven aan de kracht van energievelden. 

Ik wil stoppen alles te verklaren en stilzwijgend verdwalen in het diepste van je ziel. Oneindig lang met je zijn, zonder besef van tijd of ruimte. 

Ik wil je voelen. Ik wil je ontvangen, meer dan m’n grootste verlangen. 

Ik wil mezelf niet afremmen. Alles ontvangen zonder belemmerde angsten. 

Ik wil met je duiken in oppervlakkigheid. Met je zwemmen onder een met sterren bezaaide hemel. 

Ik wil het vuur in je losmaken. Je blussen als je kookt. 

Ik wil dat je elke dag imperfect bent. Dat je kunt zijn in een uitgestorven stad. 

Ik wil dat ik ben en niets meer dan dat. Dat aanwezig zijn meer betekenis heeft. 

Ik wil je ontvangen aan de ontbijttafel. Je vangen als je wegdoezelt op de bank. 

Ik wil je prikkelen. Je enthousiasme opdrijven tot we op de grond liggen van het lachen. 

Ik wil met je gieren elk moment. 

Ik wil dat niets nooit went. Dat je alles in me laat afbrokkelen. 

Je mag me uitlachen om mijn gedrag. Me stevig toespreken met een lach. 

Ik wil je zien als je er niet bent, niet voor even als een trend. 

Ik wil je kunnen loslaten, als je naar een ander rent. En toch weerhoud ik mezelf van het drukken op ‘verzend’.

Plaats een reactie