DE TRANEN VAN DORDT (DEEL 2)
Het gazon wordt bevochtigd en gevoed met de tranen van Dordt. De spelers halen hun knieën van ‘t slot en hinkelen als gazelles over het veld. De trainert staat genageld aan de zijlijn en neemt een pluk uit die mat. Snuffelt met z’n neus door het nat, totdat z’n pupil hem wijst op iets wits in z’n (neus)gat. Pulkend met z’n vinger langs z’n vleugels, schiet hij een balletje naar de bank, gevolgd door een lach.
Ondertussen wordt er op de tribunes, waar de kern van de club zich bevindt, gretig gewerkt aan de voedingsbodem van de dag. Ja, het vocht vloeit rijkelijk door de strottenkoppen. Ze drinken er op los. En juist weldra het rustsignaal heeft geklonken, razen zij zich als bronstige herten naar die bak. Het moment van de dag! Het gazon moet gevoed worden. De slangen hangen nog net niet uit hun broek, als ze de hoek om komen. Het is hun moment. De tranen van Dordt storten als een waterval langs de muur naar beneden. Het reservoir vangt alles op.
Precies op dat ogenblik steken de sproeikoppen uit de mat omhoog. De fanatiekelingen sprinten de tribune weer op. De tranen van Dordt werden geleid door koperen buizen om tot de sproeikoppen te komen. Nu blaast het zich een baan de lucht in om als nevel neer te dalen op het gazon. De trainert voelt aan z’n water dat er iets gaande is. Hij stuurt z’n pupil de dug-out uit om een kijkje te nemen.
Precies, het is die dekselse Meijer. Voor een meier doet ie wat ‘m gevraagd wordt. Hij zoekt een droog plekje op om zichzelf in te nestelen. De trainert ziet dat het goed zit en waagt nog een poging. Zwaaiend met z’n hand door het gras, brengt hij opnieuw z’n vinger naar het gat. Na een diepe teug, een flinke uithaal, raakt de bal ineens de lat – het aluminium, de paal en de keeper gaat plat. Met grote ogen staat de trainert genageld langs de lijn te kwijnen. Hij ziet ‘m weer verschijnen, een lijn op het scorebord. Het is de tegenpartij. De tegenpartij. Weer die tegenpartij die de nul van het bord laat verdwijnen.