Uitsmijter 119

Ik wandel door de dagen, dagenlange vragen passeren in een slakkengang zonder slagen. Ik herbeleef dagenlange beslommeringen zonder klagen, die nimmer in een waas vervagen. Ze zijn als zwermen sprinkhanen plagen, laten zelfs een slakkengang vertragen. Al willen ze me opjagen, ga ik m’n eigen graf niet graven. Ik bestrijd ze met wervelende windvlagen van een spervuur, trage vragen. Nee! Ik loop niet te zagen, alleen een beetje te blazen zoals wilde zwanen een poging wagen. Ik sta ook niet te loeien naast koeien met zeven magen, of als losgeslagen stieren door een weiland te draven. Ik weet me te gedragen, ondanks dagenlange vragen die me plagen.

Uitsmijter 117

Status. Wat is jouw status. Waar sta je. Hoe ben je in beweging. Hoeveel verdien je. Welke titels draag je. Wat bezit je. Hoe zie je er uit. Voor wie werk je. In welke auto rij je. Waar woon je en hoe groot. Bij welke vereniging loop je rond. Waar ga je eten. Hoeveel schoenen heb je. Wat heb je tot nu aan toe allemaal gedaan. Met wie ga je om. Welk geloof hang je aan. Wie is je partner. Hoeveel kinderen heb je. Wat zeg je.

Wat is nou status. Hoe belangrijk is het hebben van iets. Wat maakt nou het grote verschil tussen mensen onderling. Zijn we niet gewoon allemaal mens (gezien willen worden als gelijken). Wie bepaalt nou of je aanzien hebt of krijgt. En vooral, wat moet je met deze vorm van pure waanzin. Want dat is het, pure waanzin. Een achterlijk bedenksel van oer domme egocentrische mensen, die vooral gericht zijn op zichzelf en elke dag alles af en aanmeten. Wandelende projecties. Diep triest.

Geld als waardig middel? Een middel wat mensen verder uit elkaar laat doen drijven, noemen wij waardig? Idioterie. We zijn de weg kwijt. Compleet verdwaald. Het bos ingestuurd en uit wanhoop slopen we alles, waardoor al het kostbare wordt vernietigd.

Waar is ons zelfrespect. Waar is ons respect naar waar we vandaan lijken te komen. Het respect voor alles wat om ons heen leeft. Respect voor de bodem, die ons wil voorzien van waardig voedsel. Een waardevolle voedselbron. Respect voor de kosmos.

Verdomme man! Wanneer stopt deze waanzin. Voor mij stopt het als ik sterf, alleen dat is verdomde egoïstisch. Zo wil ik niet denken. Dat wil ik niet uitdragen. En de invloed die ik kan uitoefenen, is die op mezelf. Hoe ga ik om met alles wat leeft. Hoe verhoud ik me tot de mens, de dieren, de planten, het milieu, de bodem onder m’n voeten en de kosmos waarbinnen ik beweeg.

Is het nodig om een auto te hebben. Moet ik in een groot huis wonen. Heb ik elke maand nieuwe kleren nodig. Moet ik m’n koelkast vol stoppen met eten, waarvan ik vervolgens de helft in de afvalbak deponeer. Moet ik mezelf elke dag in het zweet werken om m’n rekeningen te kunnen betalen. Is het nodig te oordelen over een ander. Moet ik concurreren met mensen om m’n positie in te nemen in een maatschappij, die weinig waarde kent.

Ach, het zijn allemaal verzinsels om status in stand te houden. Leugens en illusies. We houden elkaar voor de gek. Als de status maar blijft winnen.

Uitsmijter 116

Elke stap vooruit, kweekt vertrouwen.

Elk vertrouwen in jezelf, ontwikkelt energie.

Energie gewonnen uit vertrouwen, opent deuren.

Deuren die openen, bieden je kansen.

Kansen moet je nemen, al begeef je je op glad ijs.

Op glad ijs leer je schaatsen, al val je iedere meter.

Iedere meter is weer een stap vooruit,

en elke stap vooruit, ontwikkelt energie!

Wat je energie geeft, laat je doorgaan.

En als je doorgaat, blijf je in beweging.

Uitsmijter 115

In verwachting 

Nog een nacht, nog een morgen,

Nog een stilte en een zucht, 

Nog in de wacht, nog goed verborgen

Nog even zwevend in de lucht

Ik zal wachten, en zal geven,

Zorgen voor warmte, kracht en licht

Aan de liefde van ons leven 

Aan jij die straks naast ons ligt 

Uitsmijter 114

Eet en verteer me, vergeef en adoreer me. En vertel, wat constateer je. Hallucineer je, of in welke hoedanigheid verkeer je.

Beveel en commandeer me, bespeel en manipuleer me. En aanschouw, hoe schoffeer je. Capituleer je, of op welke wijze construeer je.

Streel en cajoleer me, overwin en begeer me. En aanvaard, wat creëer je. Blokkeer je, of welke wijze les leer je.

uitsmijter 113

Jarenlang gevangen gezeten, geketend aan opgedrongen verwachtingen. Op momenten dat ik wilde uitbreken, zoog het verleden mij op.

Angsten ontwikkelt en een negatief zelfbeeld in de achtervolging. Werd ik zo in de wijde wereld gedropt.

Maar zonder angst of beven, mag ik nu de dagen beleven. Waardoor ik heb leren te geven, waar het uitzichtloze stopt.

En niet enkel het geven, waar het bij is gebleven. Want ik ontvang ook van velen, onvoorwaardelijke liefde verheven. Mijn omgeving is top!

Uitsmijter 112

Iedere morgen alleen wakker worden, een enkele espresso. Een goed verzorgde ontbijttafel, waar menig mens om wensen kan. Omringt door luchtzuiverende planten, die de sfeer in de kamer enigszins opfleuren. Boeken her en der verspreid, allemaal halverwege. Bedoeld om nog eens uit te lezen. Een bank voor twee personen, het bed een twijfelaar. Spiegelconversaties. Alles met mezelf. Nee, het zijn niet de titels van die boeken, maar wat dan wel.

Iedere avond alleen gaan slapen, een enkele droom. Een goed verzorgd lichaam, waar menig mens om wensen kan. Omringt door vogelgezang, die de gedachten in m’n hoofd doen afleiden. Het raam op een kier, waar de wind naar binnen rolt. Het wasgoed aan het droogrek verspreidt een bloemengeur. Muziek van Jamie Woon fluistert uit de boxen, wat een rust. Alles voor mezelf, maar ik zou het liever delen. Want alleen is maar alleen.

Uitsmijter 111

Het regent met je raam open. Wolken janken naar de droogte. Het klimaat naar de tropen. Moeten we met de corona crisis bekopen. Er is niet tegen te lopen. Volle emmers water dragen. Smeulende haarden met onverklaarbare vragen. Cyclonen die gehele cycli wegvagen. En mensen maar klagen. Waar zullen ze nu op gaan jagen. Verdomde aarde met al z’n plagen. Toch blijft hij ons dagelijks uitdagen. Zullen we slagen? Gereedschapskist bij de hand, ik begin vast te zagen.

Uitsmijter 110

Dordrecht
Is recht door zee,
recht voor z’n raap,
niet altijd oké,
geen hemel op aard
of held met een cape,
geen kop en een staart,
geen staart tussen been,
in de kaap aan de maas,
is het na elke zin hé,
het kop van een schaap,
zingt met iedereen mee,

Dordrecht, je bent bevoorrecht,
niet in kaders te vatten,
geketend als eiland,
omgeven door ’t natte,
omvat door het land
is niet alles omvattend,
geen keuze of kant,
het rotter verachtend,
waarachtig
mijn stad,
ons pracht,
onze kracht,
je bent gestrand
in nul zeven acht